2e Fictiedossier Ontmaskerd
Ontmaskerd

1. Zakelijke gegevens
Onderdeel A
A. Titel van het boek/de film.
Als het boek een ondertitel heeft, moet je die ook vermelden!
Ontmaskerd vertaald naar het Nederlands door Rika Vliek, gepubliceerd in Engels onder de naam Halos.
B. Naam van de auteur/regisseur
Als de schrijver een pseudoniem gebruikt, moet je de echte naam ook vermelden.
Kristen Heitzmann.
c. Naam van de uitgever/producent en het jaar van verschijnen en het aantal bladzijden.
Uitgever: Uitgeverij Barnabas – Heerenveen, Uitgeverij Barnabas is onderdeel van Uitgeversgroep Jongbloed te Heerenveen.
Jaar verschijning: 2004
Aantal bladzijden: 355 bladzijden.
2. Samenvatting van het boek
Alessi Moore is een jonge vrouw die na de dood van haar ouders bij haar oom en tante heeft gewoond. Toen Alessi 18 jaar was en hun hadden besloten dat ze oud genoeg was om op eigen benen te staan, kochten ze een auto voor haar, een Mustang, en zeiden dat ze moest vertrekken.
Terwijl Alessi doelloos rondreist komt ze aan in een dorpje genaamd Charity dat menslievendheid betekent. Daar stopt ze bij een tankstation om te tanken, maar als ze even later terug naar buiten komt blijkt dat haar auto is gestolen, ze had haar autosleutels erin laten zitten samen met haar handtas waar alles inzat dat ze bezat.
Even later komt de sheriff en ondervraagt Alessi. Hij vraagt hoe ze heet, waar ze woont en wie haar familieleden zijn. Daarna vraagt hij naar haar identiteitbewijs, maar omdat alles gestolen is kan ze dat niet laten zien. En niemand geloofd haar wanneer ze verteld dat haar auto gestolen is.
Dave en Ben, die in het tankstation werken, offeren haar om bij hun te logeren. Alessi zegt ja, en ze verblijft in de kamer van iemand anders.
Midden in de nacht word ze wakker van de stemmen van Dave en Ben, maar ook een derde stem. Ze trekt de badjas aan die aan een haakje hing en stapte uit de kamer. De derde stem was van Steve, een vriend van Dave en Ben. Steve werkt in de boekwinkel van zijn overleden vader en is een alleenstaande man.
Alessi wilde weggaan, maar Steve zei dat het goed was.
Omdat Alessi geen geld meer heeft, werkt ze tijdelijk in de boekwinkel van Steve. Maar al snel blijkt het dat Steve Alessi niet mag, hij maakt de ene nare opmerking na de andere. Maar hij neemt haar alsnog mee naar Moll’s, een klein restaurantje waar je lekker kan eten.
Daarna besloot Alessi dat ze vanaf dan in de boekwinkel zal slapen.
De dag daarna, wanneer Alessi alleen is in de boekwinkel en zich klaarmaakt voor bed, hoort ze buiten haar auto. Ze rent naar buiten, waardoor het alarm afgaat. Haar auto rijd een paar rondjes op de kruising en rijd dan weg.
Steve, Ben en Dave komen naar buiten en vragen wat er aan de hand is. Alessi antwoord dat ze haar auto heeft gezien, maar ze geloven haar niet.
De dag daarna liep ze alleen naar de boekwinkel na een avond bij Mary, een vriendin.
Ze wist dat iemand haar volgde, maar diegene bleef goed verborgen in de schaduwen. Toen ze vlak bij Steve’s huis kwam, vloog er een sneeuwbal rakelings langs haar hoofd. Hij kwam tegen de muur aan en ze zag dat er een steen in zat.
Een moment later ziet ze haar auto weer, alleen dit keer staat de auto vlak voor de etalage, de kap naar beneden en ze kan de bestuurder zien. Alleen hij heeft een afschuwelijk masker op. De auto blijft een tijdje staan en rijd dan opeens weg, rijd een paar rondjes op dezelfde kruising en rijd dan weg. Alessi belt snel Ben en krijgt Steve aan de lijn. Hij komt naar haar toen en laat haar huilen.
Een paar dagen later krijgt Alessi één van haar truien opgestuurd die in haar auto lagen. Toen ze hem oppakte liet ze hem vallen en slaakte een gil, Steve kwam naar haar toe en vroeg wat er aan de hand was. Alessi wees naar de trui. Steve schopte ertegen zodat het openviel. Een dood dier viel eruit, het was nog niet lang dood want er zaten nog stukjes huid en vlees op. Na dit, zei Steve dat Alessi van nu af aan bij hem in het huis ging slapen
Een uur daarna kwamen Ben en Dave terug en Steve vertelde hen wat er gebeurd was. Ben wilde de sheriff waarschuwen, maar Steve zei dat het niet veel uitmaakte. Hij versprak zich en zei iets over een overeenkomst. Alessi vroeg waar die overeenkomst over was en Steve legde uit dat zes jaar geleden voordat dit stadje Charity werd genoemd er iets was gebeurd.
Vroeger leefde in Charity een Duke Hansen. Duke mishandelde zijn vrouw en zoon, en iedereen die er tussen wilde komen kreeg problemen; huisdieren werden doodgemaakt, er brandde iets af, er werd geknoeid met remmen. Hij was een sluwe man. Hij bezorgde voor iedereen problemen en een machteloos gevoel. Dominee Welsh heeft geprobeerde met hem te praten.
De dag daarna reed zijn vrouw het kanaal in, zijn eerste vrouw.
En Duke nam wraak. Op een manier die niet terug te draaien was.
Op een dag verdween Dukes tweede vrouw. Er werd naar haar gezocht , maar ze vonden alleen een brief waarin stond dat ze was weggegaan. De gemeente was op een gegeven moment aan het picknicken toen Duke kwam aangestormd en door het lint ging. Hij begon auto’s te vernielen en mensen in elkaar slaan. Het werd voor iedereen te veel. Ze werkten hem tegen de grond en even later was hij dood. Ze gaven het dorp de nieuwe naam Charity en sloten een overeenkomst. Ze zouden leven als overwinnaars; ze zouden alleen voor elkaar opkomen en gezamenlijk de schuld op zich nemen.
Midden in de nacht op kerstavond, verdween Alessi opeens. Ze was alweer op zoek naar haar auto, maar kon niks vinden. Op de terugweg hoort ze het bekende geluid van haar auto en toen ze zich omdraaide keek ze recht in de koplampen van haar auto. De bestuurder ging naast haar rijden en zei dat ze moet instappen. In plaats van in te stappen, rent ze weg. De bestuurder stapt uit en rent achter haar aan. Hij haalde haar in en werkt haar tegen de grond, waardoor Alessi met haar gezicht in de sneeuw valt en geen adem meer kon halen. Haar aanvaller zei steeds dat ze dood had moeten blijven. Ze hoorde een andere auto, die meer lawaai maakte dan haar Mustang.
Daarna verloor ze het bewustzijn.
Steve en Ben vonden Alessi en brachten haar zo snel mogelijk naar het ziekenhuis. Daar belt Ben naar Dave en vertelt hem wat er is gebeurd, Steve grist de telefoon uit zijn handen en zegt dat Dave naar de sheriff moet bellen en hem vertellen dat Carl, de zoon van de dominee, de dader is.
Terwijl Alessi in het ziekenhuis lag reed Carl, de geadopteerde zoon van de Dominee Welsh en biologische zoon van Duke Hansen, de Mustang naar zijn schuilhut. Hij verstopte de auto en kroop naar binnen, eenmaal binnen begon hij zichzelf op zijn neus te slaan. Dankzij de pijn kon hij weer helder denken. Hij keek even rond.
In de ruimte stond alles wat je nodig had. Toen Duke last kreeg van achtervolgingswaanzin hadden ze dit gebouwd. Op een kastje stond een fotolijstje, Carl, een oudere man en vrouw. En de vrouw leek precies op Alessi.
Alessi lag al een paar dagen in het ziekenhuis en iedereen had de hoop verloren, behalve Steve. Maar volgens de dokters was situatie hopeloos. Iedereen praatte over Alessi alsof ze al dood was en dat ergerde Steve.
Carl zat nog steeds in zijn hol toen hij de stem van zijn vader hoorde. Hij liet de dominee binnen en voor een moment keken ze elkaar aan. Toen zei Carl dat ze niet dood wilde, waarop zijn vader vroeg wie. Carl antwoordde dat hij zijn moeder bedoelde en wees naar beneden. Waar ze in de grond lag. Hij zei dat ze hem achterliet bij het monster. De dominee ging naast hem zitten en vertelde dat zijn moeder niet van plan was om hem in de steek te laten. Hij vertelde dat hij haar had gezegd dat ze naar een opvanghuis moest gaan, maar ze wilde niet weggaan zonder hem. De dag waarop ze was verdwenen, was dezelfde dag waarop ze was teruggegaan om hem te halen.
Carl greep naar zijn hoofd en zag de geest van zijn moeder voor hem staan. De dominee zei dat hij mee moest gaan, Carl ging gewillig mee, maar wat hij zag en hoorde, wist niemand.
Steve zat nu al dagen bij Alessi en stortte zijn hart uit. Hij vertelde haar alles, hoewel hij wist dat ze hem niet kon horen. Na een tijdje vroeg hij haar ten huwelijk, maar hij kreeg natuurlijk geen antwoord. Toen zei hij dat hij van haar hield.
Opeens opende Alessi haar ogen en vroeg waar ze was. Meteen kwam iedereen de kamer binnen, terwijl de dokter wat vragen begon te stellen.
Steve was weer op bezoek bij Alessi en nu mocht ze naar huis. Thuis gekomen vroeg Steve Alessi weer ten huwelijk en Alessi antwoordde met een ja.
Na een paar dagen kwam dominee Welsh naar Alessi toe en vertelde haar het verhaal van Carl en zijn moeder. Daarna liet hij haar de foto zien die op het kastje in de schuilhut stond. Het bleek dat Carl Alessi had verward met zijn moeder.
3. Over de auteur
Kristen Heitzmann is een christelijke bestellerauteur uit Colorado Springs. Nu heeft ze al 14 naar Nederlands vertaalde boeken. Ik kon haar geboortedatum niet vinden, maar ze is al wel 29 jaar getrouwd met haar man Jim en heeft vier kinderen.
Ze heeft haar eerste zes jaar in India gewoond. Daar kreeg ze vioolles. Ook speelde zij samen met haar zus en broer, Mozart in de kerk met Kerstmis. Daarna heeft ze zichzelf piano, blokfluit, tamboerijn en gitaar aangeleerd. Ze houdt van lezen, kunst, verhalen schrijven en van wandelen in de bergen. Ze heeft haar vier kinderen thuis les gegeven, daar heeft ze ook haar eerste roman geschreven; ‘The Still of the Night’. Het werd gepubliceerd en werd één van de vijf boeken in de historische reeksen. Sindsdien heeft ze drie historische en twaalf spannende romantische romans geschreven.
‘The Still of the Night’ werd genomineerd voor de Colorado Book Award en ‘The Tender Vine’ werd finalist in de Christy Award en ‘Secrets’ won een Christy Award in 2005.
4. Over het boek
Beantwoord de volgende vragen:
-
Welke illustratie staat er op de voorkant van het boek? Leg duidelijk uit wat deze illustratie met het boek te maken heeft.
Op de voorkant zie je een meisje met een sjaal om, ze is met de rug naar je toe gekeerd, terwijl ze naar een besneeuwde landschap kijkt. Het meisje op de voorkant is Alessi die uitkijkt op het stadje Charity, Alessi is de hoofdpersoon in dit boek en Charity is het stadje waar zij in strand, daarom heeft het met het boek de te maken.
-
Is het boek aan iemand opgedragen? Probeer erachter te komen wie het zijn en wat ze met de schrijver te maken hebben.
Het boek is opgedragen aan Melodie, Kristen’s beste vriendin.
-
Beschrijf de plaatsen die voorkomen in het boek. Verklaar waarom de schrijver hiervoor gekozen heeft en wat ze met het verhaal te maken hebben.
Als eerste heb je het plaatsje Charity zelf, de schrijver heeft dit gekozen, want hier beginnen all Alessi’s problemen. Dit heeft met het verhaal te maken, omdat hier Alessi haar auto kwijtraakt.
Dan heb je het tankstation. De schrijver heeft dit gekozen, want hier ontmoet Alessi Ben en Dave. Dit zit in het verhaal, omdat hier Alessi’s auto werd gestolen.
En als laatste Steve’s boekenwinkel. De schrijver heeft hiervoor gekozen, want hier beginnen in de loop van het verhaal Steve en Alessi vrienden te worden, en daarna zelfs iets meer. Het heeft met verhaal te maken, omdat hier Alessi haar auto telkens ziet.
-
Vanuit welk perspectief is het verhaal geschreven. Leg uit!
Het wisselt met de hoofdstukken, eerst zie je het uit het perspectief van Alessi en daarna van Steve, dit is zo omdat het deze twee de belangrijkste hoofdpersonen zijn.
-
Heeft het verhaal een open of gesloten einde? Leg ook dit uit.
Het verhaal heeft een gesloten eind. Het boek eindigt met dat Steve Alessi ten huwelijk vraagt, en er komen geen meerdere delen. Ik denk ook niet dat je het verhaal verder kan schrijven.
5. Leeservaringen
1. Onderwerp
-
Ben je door het verhaal aan het denken gezet?
Ja, eigenlijk bij elk hoofdstuk word je wel aan het denken gezet. Het is een onderwerp die je van verschillende kanten kan bekijken.
-
Word het onderwerp goed en grondig uitgewerkt of blijft het toch tamelijk oppervlakkig?
Het onderwerp is goed en grondig uitgewerkt, alles wat een beetje moeilijk was of wat ik niet begreep werd in een andere alinea of ander hoofdstuk uitgelegd.
-
Is uitgekomen wat je van tevoren van het verhaal verwachtte?
Een beeje. Ik dacht dat Alessi eventueel haar auto weer terugvond en daarna uit Charity weg zou rijden, ik had niet verwacht dat ze zou blijven.
-
Heb je wel eens een ander verhaal over dit onderwerp gelezen of bekeken? Vind je dit verhaal beter of het andere? Hoe komt dat?
Ja, ik heb wel vaker romans gelezen. Dit verhaal vind ik veel beter dan andere romans. Kristen schrijft in dit boek goed hoe de hoofdpersonen zich voelen, daardoor is het beter te begrijpen en kan je het makkelijk volgen.
2. Gebeurtenissen
-
Bevat het verhaal genoeg gebeurtenissen om je te blijven boeien?
Ja, de gebeurtenissen volgden elkaar op en het bleef me boeien. Er zaten niet te veel gebeurtenissen in, genoeg om mij te blijven boeien.
-
Zijn de gebeurtenissen geloofwaardig en waarschijnlijk?
De gebeurtenissen zijn erg geloofwaardig, Kristen heeft het zó geschreven dat je het in je hoofd gewoon voor je kan zien gebeuren en dat vind ik fijn om zo te lezen.
-
Zijn de gebeurtenissen herkenbaar?
Voor mij zijn ze niet herkenbaar, zoiets is bij mij nog nooit gebeurd. Ik denk dat het wel voor anderen herkenbaar is, maar ik weet niet zeker of dit echt ooit is gebeurd.
3. Personages
-
Kun je je goed verplaatsen in de problemen en gedachtewereld van de verhaalpersonen?
Niet bij iedereen, je kan je het meeste verplaatsen in Alessi, Steve, Ben en Dave. Bij de andere word er niet veel over gezegd.
-
Is de hoofdpersoon een held(in) op wie je zou willen lijken? Wat spreekt je zo in hem/haar aan?
Ik zou wel op Alessi willen lijken, ze durft voor haarzelf te komen, helpt mensen, is altijd beleeft en aardig en is vastberaden.
4. Bouw
-
Vind je dat de gebeurtenissen logisch op elkaar volgen?
Ja, de gebeurtenissen volgen logisch op elkaar op, af en toe komt de gebeurtenis die al geweest is in gedachten op, maar niet zo vaak.
-
Is het verhaal spannend opgebouwd? Wat maakt het wel of niet spannend?
Ja, de hoofdpersoon, Alessi, komt in spannende situaties terecht. Wat het spannend maakt is dat elke keer ze alleen is, ze haar auto ziet met iemand erin die een eng masker draagt of dat iemand ijskoud water over haar heen gooit. Maar als ze iemand erbij roept, rijd de auto weg en gelooft niemand haar.
5a. Taalgebruik (bij verhalen in boeken)
-
Vind je het verhaal lastig of makkelijk om te lezen? Heeft het taalgebruik hier mee te maken?
Dit verhaal vond ik makkelijk om te lezen, het taalgebruik had hier mee te maken. Kristen gebruikte niet makkelijke zinnen, maar ook niet te moeilijke zinnen. Dus eigenlijk precies goede zinnen voor mij. En als er een moeilijk in stond werd dat duidelijker als verder las.
-
Bevat het verhaal veel beschrijvingen? Heeft dit gevolgen voor de leesbaarheid of juist niet?
Het verhaal bevat veel beschrijvingen, maar dat vind ik juist fijn en voor mij heeft het geen gevolgen voor de leesbaarheid.
-
Zitten er veel dialogen (gesprekken) in het verhaal? Vind je dat plezierig of juist niet?
Er zitten wel gesprekken in, maar niet zo heel veel en ook niet te weinig, ik vind dat niet ze heel erg, dan word er juist meer uitgelegd. Ik vind het wel plezierig.
6. Verwerkingsopdracht
Stel je voor dat een van de personages tijdens de gebeurtenissen in het verhaal een dagboek bijhoudt. Verplaats je in dit personage en schrijf minstens vier korte stukjes die hij/zij in de loop van het verhaal in zijn/haar dagboek noteert.
1.
Lief dagboek,
Ik ben gefrustreerd, bang, boos, van alles tegelijk! Ik ben zojuist gestrand in een dorpje genaamd Charity. Met gestrand bedoel ik ook echt gestrand. Ik ben nog geen vijf minuten in een tankstation, loop naar buiten en zie dat mijn auto is gestolen!
Eerst kreeg ik een rilling over mijn rug toen ik zag dat mijn auto gestolen was, en die rilling kwam niet door de kou. En daarna raakte ik helemaal in paniek.
Uiteindelijk kwam de sheriff, die maakte wat aantekeningen en zei dat hij alles zou doen wat hij kon. Terwijl hij daarna zei dat niemand in Charity het zou hebben kunnen gedaan. Wat ik trouwens niet helemaal geloofde. Ik bedoel wie kon het anders hebben gedaan? Tenzij het iemand was die hier rondliep en mijn auto heeft meegenomen en snel naar de snelweg is gereden.
Ik had mijn autosleutels er niet in moeten laten zitten, dat geef ik toen. Nu ik erover nadenk, ik heb mijn handtas er ook in zitten met alles erin, geld, identiteitbewijs, alles!
En niemand gelooft me en ik weet zeker dat het niet veel helpt als ik mijn oom en tante bel.
Wat moet ik nu doen?
Liefs,
Alessi
2.
Lief dagboek,
Ik ben nu hier al een tijdje, ik heb een tijdelijke baan gevonden, nieuwe vrienden en onderdak. Ik leef nu met drie mannen, Steve, Dave en Ben. Dave en Ben zijn allebei getrouwd, als ik het goed heb. En Steve? Over hem weet ik niet veel, hij praat niet zoveel tegen me, het lijkt wel alsof hij me expres negeert. Ik werk bij hem in de boekenwinkel en slaap ook in de winkel, in een apart kamertje. Het is niet veel, maar het is alles wat ik heb. Ik ben nu rond gaan vragen in het dorpje voor echt werk, maar tot nu toe heb ik niet echt geluk. Maar ik zal niet opgeven, hoe eerder ik hier weg ben, des te beter. Dit dorpje heet Charity wat menslievendheid betekent, maar sinds ik hier ben, is niet echt iedereen dol geweest op het idee dat ik hier ben.
Maar ja, je kan niet alles hebben, hé? Ik hoop dat ik mijn auto snel terug kan vinden, dan kan ik hier weg.
Liefs,
Alessi
3.
Lief dagboek,
Nu word het hier steeds maar vreemder en vreemder. Ik lag op de stretcher toen ik opeens het geluid van een motor hoorde, een motor van een auto. Het geluid van mijn vertrouwde Mustang. Ik rende naar de etalage en zag onder het straatlantaarnlicht mijn auto, die rondjes reed over het kruispunt! Ik rende uit de winkel, ik dacht niet aan het alarm dat af zou gaan, en rende ernaar toe. Toen ik buiten was stoof de auto er meteen vandoor.
Een minuut daarna kwamen Steve, Dave en Ben naar buiten. Ik zei dat ik mijn auto had gezien, maar natuurlijk geloofden ze me niet. Dit is frustrerend!
Liefs,
Alessi
4.
Lief dagboek,
Ik heb mijn auto weer gezien! Ik kwam terug van een avondje gezellig eten bij Karen en Diana toen ik hem weer voor de winkel zag staan. De kap was omlaag en ik kon de bestuurder zien. Omdat het toen haldonker was leek zijn hoofd misvormd en veel groter dan een hoofd gewoonlijk was. Toen hij zich omdraaide gaf ik een gil, maar zag daarna dat het een masker was! Het was een afschuwelijke rubber masker dat aan één kant zo bewerkt was, dat maar één oogbol met allemaal geronnen bloed eromheen zichtbaar was. Het andere oog leek wel alsof het verlekkerd naar mij gluurde! Ik was zo bang!
Toen stak de bestuurder opeens zijn hand op, wees naar mij en reed toen weg! Daarna hoorde ik hem nog een paar keer rondjes rijden op de kruising.
Dit is gewoon niet leuk meer, het is nu wel een opluchting dat Steve, Ben, Dave, Karen en Diana mij geloven, maar de rest…dat is een ander verhaal.
Ik ben nu echt wanhopig!
Liefs,
Alessi
Maak jouw eigen website met JouwWeb