Poëziedossier
Het gedicht
Al
een jaar lang
schrijf ik
elke dag
een brief
Altijd
dezelfde brief
Altijd
aan dezelfde man
Toch
heb ik nooit
die brief
geschreven
Waarom niet?
Een mens
kan uit
zijn woorden komen
niet
uit zijn schaamte
Door: Jan Arends
Gedichtenbundel: Nagelaten gedichten
Onderwerp van het gedicht
Het onderwerp van dit gedicht is ‘schaamte’.
Hoofdgedachte van het gedicht. Waar gaat het gedicht over?
De ‘ik’ in dit gedicht schaamt zich.
Rijm / geen rijm
Er zit geen rijm in dit gedicht.
Rijmschema ( aa bb cc ; ab ab cd cd ; ab ba ) Zie: Begrippenlijst.
Het gedicht heeft geen rijmschema, omdat het niet rijmt.
Vorm van het gedicht (sonnet, coupletten?) Zie: Begrippenlijst. Je moet kunnen beschrijven hoe een gedicht eruit ziet.
Het gedicht heeft 6 coupletten; 5-2-2-4-1-5 regels en is niet gespiegeld.
Beeldspraak (welke?). Zie: Begrippenlijst.
Het gedicht bevat geen beeldspraak, vergelijking, personificatie of een metafoor.
Kun je enkele begrippen uit de lijst herkennen in je gekozen gedicht? Zie: Begrippenlijst.
Acrostichon
Het gedicht bevat geen acrostichon.
Alliteratie
Het gedicht bevat geen alliteratie.
Assonantie
Het gedicht bevat geen assonantie.
Wat is jouw gevoel erbij? Welke stemming roept het gedicht op? Maakt het lezen van het gedicht je vrolijk, verdrietig, boos, … ?
Het gedicht roept in mij schaamte en een beetje wanhoop op. Schaamte, omdat het gedicht over schaamte gaat. Wanhoop, omdat ‘ik’ niet zo snel van die schaamte af kan komen.
Spreekt het je wel of niet aan?
Het spreekt me wel aan.
Herhaling
De herhaling zit in regel 1 t/m 9, die gaat over de brief.
Ironie
Er zit geen ironie in het gedicht.
Metafoor
Er zit geen metafoor in het gedicht.
Moraal
De ik-persoon schaamt zich zo erg, dat dat hem ervan weerhoudt om de brief te schrijven.
3 anderen gedichten
De voetwassing
Er valt een stilte waarin wij
elkanders blik ontwijken
want wie zal er om water gaan
en ons de doeken reiken?
Wie zal er door de knieën gaan
en slavenwerk verrichten?
De onwil om het minst te zijn
ligt dik op de gezichten.
Maar voor een wenk of fluistering
of boze blik kan pogen
de ander bewegen tot…
heeft Hij zich al gebogen.
En binnenin mijn hart begint te gloeien
een schaamte van tekortgeschoten zijn;
wanneer zal ik het nu eens niet verknoeien
om wezenlijk zijn volgeling te zijn?
Door: Joke Verweerd
Gedichtenbundel: Opluisteren
Achteraf
Achteraf...
had ik dit niet moeten zeggen
achteraf…
had ik dat niet moeten doen
achteraf…
was er zoveel in m’n leven
volkomen fout, maar ik ’t niet overdoen.
Achteraf...
had ik zoveel kansen
achteraf…
deed ik U zo vaak verdriet
achteraf…
was ik heus ook niemands voorbeeld
maar overdoen kan ik niet.
Achteraf…
was ik zelden een getuige
achteraf...
dacht ik vaak aan eigen eer
achteraf…
zou ik zo graag nog zeggen:
Vergeef me Vader, elke dag weer.
Morgen…
doe ik alles anders
morgen…
begin ik met een schone lei
morgen…
o Vader, wil me helpen
ook al vergeet ik U, denkt Gij aan mij!
Door: Gerie Minnesma
Gedichtenbundel: Mijn wereld
Jouw wereld
Een zakenrelatie
Het was een fijn bezoek geweest
„Tot ziens” riep hij me toe,
maar innerlijk was hij doodop
en heel het leven moe.
Na enkele dagen kwam de kaart,
ik heb zijn naam gespeld
alsof mij in een vreemde taal
een onheil werd gemeld.
Als lamgeslagen stond ik daar,
hoe kan een mens zo zijn
van buiten blij en opgewekt
van binnen enkel pijn?
Had hij me maar één woord gezegd,
waarop ik zeggen kon,
dat leven méér dan onmacht is,
dan reiken naar de zon.
Dat er een open hemel is,
een toekomst van Licht.
Nu heb ik slechts „Tot ziens” gezegd
en deed de deur toen dicht.
Door: Co ’t Hart
Gedichtenbundel: Met blijdschap verder
Maak jouw eigen website met JouwWeb