4e Fictiedossier Hasse Simonsdochter

 

1. Zakelijke gegevens
Onderdeel A

A. Titel van het boek/de film
Als het boek een ondertitel heeft, moet je die ook vermelden!

Hasse Simonsdochter

B. Naam van de auteur/regisseur
Als de schrijver een pseudoniem gebruikt, moet je de echte naam ook vermelden.

Thea Beckman

C. Naam van de uitgever/producent en het jaar van verschijnen en het aantal bladzijden.

Uitgever: ©Lemniscaat b.v. Rotterdam 1983
Jaar verschijning: 1992
Aantal bladzijden: 260 bladzijden

 

2. Samenvatting van het boek

In 1462 wordt Hasse geboren in een arm mandenvlechtergezin dat even buiten Kampen woont. Al snel blijkt dat ze een moeilijk kind is: driftig, fel, wild, onhandelbaar. Als ze ouder word nemen haar drift buien eerder toe dan af. Op aandringen van de pastoor pakken haar ouders haar hard aan. Maar dat helpt niet. Vaak verdwijnt Hasse dagenlang om rond te zwerven in de rietbossen langs de rivier. Daar woont ze ‘s zomers in een hutje en ze jaagt met pijl en boog.

In het voorjaar van 1477 proberen drie ruwe veedrijvers Hasse aan te randen. Juist op dat moment komt er een soldaat op paard voorbij. Hij redt Hasse en steekt een van de aanranders dood. De anderen gaan er vandoor. Hasse en haar redder raken aan de praat. De soldaat blijkt Jan van Schaffelaar te heten, hij is voor de helft van adel en verdient als huurling de kost. Het valt Hasse op dat hij haar vriendelijk behandeld. Dat is haar nog nooit overkomen.

Een week later hoort Hasse bij toeval dat Jan van Schaffelaar in Kampen is gearresteerd en zal worden onthoofd, de gevluchte veedrijvers hebben hem aangegeven. Op de dag van de terechtstelling gaat Hasse naar de stad en red Jan door gebruik te maken van een oud recht: als een vrouw wil trouwen met de veroordeelde, word deze vrij gelaten. Dit heet 'verbidden'. Jan en Hasse moeten meteen vertrekken. Ze gaan naar Zutphen, waar Jan word verwacht. Hij neemt daar de leiding op zich van een groep huurlingen die hertog Adolf van Gelre zullen helpen met veroveren van Doornik op de Franse koning.
Hasse moet in Zutphen achterblijven. Jan huurt een huisje daar voor haar, maar als natuurmens houd ze het niet lang uit in de vieze, stinkende stad. Ze trekt de omliggende bossen in en leeft daar net zoals in de rietbossen in Kampen heeft geleefd.
Tegen de tijd dat Jan zal terug komen, keert Hasse terug naar de stad. Daar hoort ze van Jans opdrachtgever, heer Wijnand, dat de strijd bij Doornik slecht is afgelopen. De hertog is gesneuveld en Wijnand vermoed dat Jan ook is omgekomen. Diep bedroeft verlaat Hasse de stad. Twee dagen later duikt Jan in Zutphen op en zet onmiddellijk een zoekactie naar Hasse in touw. Ze wordt gevonden, maar Jan krijgt een nieuwe opdracht. Hij moet voor heer Wijnand op de Veluwe geldtransporten van belastinginners overvallen. Jan en Hasse vertrekken met een groep huurlingen naar de Veluwe. Ze nemen hun intrek in een boerenhoeve en hebben veel succes met hun overvallen. Op een avond komen er bij de hoeve twee monniken aan: Tomas en Egidius. Ze krijgen onderdak, de mannen van Van Schaffelaar jagen de broeders plagen de broeders de hele avond. Vooral Egidius bijt flink van zich af en waarschuwt dat ze nog niet van hem af zijn. Hasse krijgt een onbehaaglijk gevoel. Op diezelfde tijd zoekt de zestienjarige Gerrit van Wou zijn oom Geert op in ‘s-Hertogenbosch op. Gerrit wil bij zijn oom, die klokkengieter is, het vak leren. Geert neemt de jongen aan. Kort daarna krijgt de klokkengieter een opdracht van de gemeente Kampen om nieuwe klokken te gieten voor de kerk. Die opdracht neemt hij aan en ze vertrekken naar Kampen. Het bevalt Geert daar zo goed, dat hij zich in de stad wil vestigen. Het stads bestuur gaat daarmee akkoord. Omdat Geert voor de nieuwe opdracht een grote hoeveelheid brons nodig heeft, reist hij samen met Gerrit naar Amsterdam om het materiaal te kopen. Op de Veluwe worden ze overvallenen, gegijzeld door de bende van Jan van Schaffelaar. Gerrit raakt onder de indruk van Hasse. Zij wordt echter woedend als hij haar vraagt hoe zij tussen een bende schurken kan leven. Tegen dat soort gepreek kan zij niet. Van Schaffelaar moet Geert en Gerrit uiteindelijk laten gaan als Kampen geen losgeld wil betalen voor de klokkengieter en zijn leerling. Enkele maanden later verandert de politieke situatie ineens, waardoor Jan en z’n mannen een andere opdrachtgever moeten zoeken. Het is dan inmiddels 1481. Ze worden huurlingen van de bisschop van Utrecht en vestigen zich in Achterveld, niet ver van Barneveld. Hasse krijgt in die periode een kind: Lysken. In Amesfoort duikt plotseling de monnik Egidius op, die de burgemeester zover krijgt dat hij een legermacht samenstelt om Jan van Schaffelaar aan te vallen.

Tijdens de aanval trekt Van Schaffelaar en zijn mannen zich terug in de kerk van Barneveld. Te laat beseft hij z’n fout. Als de tegenstanders de kerk en de toren met kanonnen begonnen te beschieten, wordt snel duidelijk dat de bende van Van Schaffelaar verloren is. Er volgen onderhandelingen. Als Van Schaffelaar zich over geeft, krijgen zijn mannen de vrije uittocht. Nadat Jan afscheid heeft genomen van Hasse, springt hij volkomen onverwacht van de toren. Zijn overgebleven manschappen mogen inderdaad vertrekken, samen met Hasse. Ze kan net op het nippertje ontsnappen aan Egidius. De daarop volgende nacht besluit Hasse samen met haar dochtertje terug te keren naar Kampen. Daar vestigt ze zich onder een andere naam als waarzegster. Hasse is vooral bang voor Egidius, die nog steeds op haar op jacht is. In Kampen komt Gerrit van Wou er ten slotte achter dat de geheimzinnige en altijd gesluierde waarzegster eigenlijk Hasse is. Hij doet haar een huwelijks aanzoek. Hasse wijst dat eerst af, maar na veel aandringen zegt ze dat ze erover na wil denken.

 

3. Over de auteur


Thea Beckman is op 23 juli1923 inRotterdam geboren. Ze is enig kind en is in een familie geboren dat financiële problemen had, doordat haar vader werkloos was. Later kreeg ze een baan als kantoorassistente.
In 1945 trouwde ze en verhuisde naar Utrecht, daar kreeg ze drie kinderen. Tussen het huishouden door, schreef ze kleine stukjes voor damesbladen. En in 1957 begon ze met het schrijven van o.a. jeugdboeken. In totaal heeft Thea 29 boeken geschreven.

 

 

4. Over het boek

Je hebt al een heleboel informatie verteld in je samenvatting. Toch zijn er nog een paar onderdelen waaraan je aandacht moet besteden op je site.
Beantwoord de volgende vragen:

A.  Welke illustratie staat er op de voorkant van het boek? Leg duidelijk uit wat deze illustratie met het boek te maken heeft.

Op de voorkant zie je een groepje ruiters, voorop een vrouw die Hasse moet voorstellen, dar schuin achter zie je een man die Jan van Schaffelaar moet voorstellen en achter hun de rest van de bende. Dit heeft met het verhaal te maken, omdat Hasse de hoofdpersoon is en later komt de bende van Van Schaffelaar erbij als meerdere hoofdpersonen.

B.  Is het boek aan iemand opgedragen? Probeer erachter te komen wie het zijn en wat ze met de schrijver te maken hebben.

Nee, het boek is niet aan iemand opgedragen.

C. Beschrijf de plaatsen die voorkomen in het boek. Verklaar waarom de schrijver hiervoor gekozen heeft en wat ze met het verhaal te maken hebben.

Het begint bij de rietvelden, het heeft met het verhaal te maken en de schrijver heeft hiervoor gekozen omdat Hasse hier vaak dagenlang verdwijnt en jaagt, en hier wordt ze later door een paar hoeders aangerand, waardoor ze Jan van Schaffelaar ontmoette.
De volgende is het schot waar Van Schaffelaar bijna wordt onthoofd, de schrijver heeft hiervoor gekozen want het was normaal in die tijd om criminelen te onthoofden. Dit heeft met het verhaal te maken, omdat hier Hasse hem bevrijd en met hem trouwt in ruil voor zijn leven.
De laatste is de kerktoren van Barneveld, de schrijver heeft hiervoor gekozen en het heeft met het verhaal te maken, want hier sprong Jan van Schaffelaar van de kerktoren om zo Hasse en zijn manschappen te redden en zo aan zijn einde kwam.

D. Vanuit welk perspectief is het verhaal geschreven. Leg uit!

De eerste hoofdstukken wordt via Hasse’s perspectief geschreven en de laatste hoofdstukken zijn in het perspectief van Gerrit.

E. Heeft het verhaal een open of gesloten einde? Leg ook dit uit.

Het verhaal heeft een gesloten eind, als je het leest zul denken van niet. Want het eindigt met Gerrit die Hasse ten huwelijk vraagt en Hasse’s antwoord is: ‘Ik zal erover nadenken.’ Dat is niet echt een gesloten einde, maar toch is het zo.

 

 

 

5. Leeservaringen


1. Onderwerp

  • Spreekt het onderwerp van het verhaal je aan of niet? Hoe komt dat?
    Het onderwerp spreekt me erg aan, want ik lees wel vaker dit soort boeken en ik vind het heel interessant.
  • Ben je door het verhaal aan het denken gezet?
    Een beetje, het was af en toe moeilijk te begrijpen hoe de mensen vroeger dachten en deden.
  • Is uitgekomen wat je van tevoren van het verhaal verwachtte?
    Totaal niet,  ik had eerst wel een beetje verwacht dat Jan van Schaffelaar met Hasse ging trouwen, maar ik had totaal niet verwacht dat Jan bijna aan het eind van de kerktoren zou afspringen.
  • Heb je wel eens een ander verhaal over dit onderwerp gelezen of bekeken? Vind je dit verhaal beter of het andere? Hoe komt dat?
    Ja, het boek ‘Stad in de storm’, ook van Thea Beckman. Dit verhaal vind ik beter, want ‘Stad in de storm’ was iets te moeilijk. Het had veel moeilijke zinnen en woorden.

 

2. Gebeurtenissen

  • Bevat het verhaal genoeg gebeurtenissen om je te blijven boeien?
    Ja, er waren veel gebeurtenissen waardoor ik geboeid bleef.
  • Zit er genoeg tempo in het verhaal of valt het af en toe stil?
    Het valt niet stil en het ging soms een beetje snel, maar er zat wel genoeg tempo in.
  • Hebben de gebeurtenissen indruk op je gemaakt? Welke gebeurtenis vooral? Hoe komt dat?
    Eén gebeurtenis, dat was toen Jan van Schaffelaar van de kerktoren sprong. Ten eerste, omdat ik het totaal niet verwachtte. En ten tweede, omdat hij er zo voor zorgde dat de rest van bende, waaronder Hasse, konden wegkomen. Hij had zich voor hun opgeofferd.
  • Zijn de gebeurtenissen geloofwaardig en waarschijnlijk?
    Alle gebeurtenissen zijn geloofwaardig en waarschijnlijk. Maar ik denk niet dat ze nu nog kunnen gebeuren, alleen vroeger.

 

3. Personages

  • Is de hoofdpersoon iemand die voor je gaat leven? Hoe komt dat? Hoe levendig zijn de andere personages?
    Ja, Hasse is iemand die voor me gaat leven. Omdat haar emoties en gedachtes goed worden omschreven en je haar kan begrijpen waarom ze is zoals ze is. De emoties en gedachtes van de andere personages worden wel beschreven, alleen niet zo uitgebreid als die van Hasse.
  • Kun je je goed verplaatsen in de problemen en gedachtewereld van de verhaalpersonen?
    Niet echt, eigenlijk alleen in die van Hasse, omdat zij uitgebreider beschreven word dan de anderen.
  • Is de hoofdpersoon een held(in) op wie je zou willen lijken? Wat spreekt je zo in hem/haar in?
    Ja, ik zou wel op Hasse willen lijken. Hoewel ze snel boos word, is ze altijd vastberaden en ook al heeft ze nog niet tegen je gesproken, ze dwingt respect af. Dat is wat ik zo bewonder.
  • Kom je genoeg van de personages te weten om hun gedrag te kunnen begrijpen?
    Ja, bijna bij elk persoon die in het verhaal voorkomt worden de emoties en gedachten beschreven, zodat je kan begrijpen waarom die persoon zo reageerde.

 

4. Bouw

  • Is het verhaal spannend opgebouwd? Wat maakt het wel of niet spannend?
    Een beetje, af en toe komen de hoofdpersonen in een spannende situaties terecht, maar niet al te vaak.
  • Heeft het verhaal een ingewikkelde opbouw? Hoe komt dat?
    Nee, het heeft geen ingewikkelde opbouw. De gebeurtenissen volgen logisch op elkaar op en het is makkelijk te lezen.
  • Zijn er meer verhaallijnen en zijn die goed met elkaar verbonden?
    Er zijn twee verhaallijnen en die zijn goed met elkaar verbonden. Maar de enige dat dat is gebruikt is in het midden en eind.
  • Heeft het verhaal een slot dat goed past bij de beschreven gebeurtenissen? Vind je dit een plezierige slot? Hoe komt dat?
    Het slot past wel bij  de beschreven gebeurtenissen, maar ik vond het geen plezierig slot. Ten eerste, omdat Jan al dood was. ik wilde graag dat hij in leven bleef, omdat Hasse zoveel van hem hield. En ten tweede, omdat het verhaal eindigt met het antwoord op Gerrit’s huwelijksaanzoek, wat ik nogal vaag vond.

 

5a. Taalgebruik (bij verhalen in boeken)

  • Vind je dit verhaal lastig of makkelijk te lezen? Heeft het taalgebruik hier mee te maken?
    Het boek was makkelijk om te lezen, omdat het taalgebruik was niet te makkelijk maar ook niet te moeilijk.
  • Zijn de zinnen makkelijk te lezen en bevat het weinig moeilijke woorden of juist niet?
    Sommige zinnen waren makkelijker te lezen dan anderen, dat kwam door een aantal moeilijke woorden, maar er waren niet veel moeilijke woorden.
  • Bevat het verhaal veel beschrijvingen? Heeft dit gevolgen voor de leesbaarheid en het verteltempo?
    Er zitten veel beschrijvingen in het verhaal, maar dat heeft geen gevolgen voor de leesbaarheid en verteltempo.
  • Zitten er veel dialogen (gesprekken) in het verhaal? Vind je dat plezierig of juist niet?
    Er zitten niet echt veel dialogen in het verhaal, maar niet zo weinig dat het haast alleen maar beschrijvingen zijn. Het is wel plezierig om te lezen, omdat ik boeken met veel beschrijvingen leuker vind, dan boeken met veel dialogen.

 



6. Verwerkingsopdracht

  • Zoek of schrijf drie gedichten die volgens jou passen bij dit verhaal. Beschrijf per gedicht waarom ze er goed bij passen. Geef daarbij voorbeelden uit het verhaal.

 

Een Dominicaanse monnik ga het bevel
Kom op boeren, we redden het wel
Op de toren prevelden Jans bende een gebed
En Jan nam een besluit, Hasse wist het

Ze werd vastgehouden door een van Jans soldaten
Eerst had ze niks in de gaten
Toen schreeuwde Jan dat ze hem konden krijgen
Hasse en de bende waren verstomd en bleven zwijgen
Plots viel bij Hasse het kwartje, precies net
Wanneer Jan zijn besluit nam, wist ze het

Jan offerde zich op en sprong naar de dominicanen
Hasse huilde bittere tranen
Maar ze zag aan Jans gezicht
Hij had zijn besluit genomen, ze wist het

Dit gedicht past bij het verhaal, omdat het de gebeurtenis beschrijft toen Jan van Schaffelaar van de kerktoren in Barneveld sprong.

Bron: http://www.quizlet.nl/poems/1319/nog-een-hasse-simonsdochtergedicht/

Hasse Simonsdochter, het elfenkint.
Sit bij het riet waar hare verhael begint.
Eighinlijc woont si in Kampen, die arme meit.
Maer daer wordt ze door haar afkomst vermijdt.
Dus zoekt ze troost tussen der rietcragen.
Om daerna als Diana te gaan jaghen.

Op een dach comen er twee boeren aan.
En die sien prachtige Hasse staan.
Ze hebben gheen goede bedoelingen.
Ze naderen terwile Hasse staat te zinghen.

Dan springhen ze plotseling op haer af.
Maar wie comt daer nu aan in een draf.
Hij lijkt een ritter neen nog knapper.
En oh mijn hemel wat is hij dapper.

Hij slaat er een vanaf zijn peert zo neer.
Nu durft de andere boer niet meer.
Terwile hij vlucht stelt “de ritter” zich vore.
Jan van Schaffelaar,
en ze is meteen verliefd tot over haar oren.

De sonne begint al onder te gaan.
En door de veele bomen schient de maan.
Jan strijkt zijn haar even naar achter
en laat Hasse dan in vuur en vlam achter

Dit gedicht past goed bij het verhaal, omdat het in het kort een beetje het hele verhaal samenvat. De woorden zijn goed geschreven, het zijn geen spellingfouten. Het komt omdat het in Middeleeuws is vertaald.

 

Bron: http://www.quizlet.nl/poems/1318/gedicht-in-het-middeleeuws-lol/

 

Ik ben in deze stad helemaal alleen
‘K sla af en toe naar een verlaten straat
Moeders roepen hun kinderen, het is al laat
Maar waar moet ik heen?

Ik wist wie en waar ik was, tot jij verdween
Denk je dat, dat zomaar gaat?
Mijn hoofd is gevuld met onbegrip en haar
Ik ben overal, overal zo alleen

Ik wil weer terug naar hoe het vroeger was
Maar men kan niet terug, alleen voort
Dat moet je accepteren, fluistert het gras
Snel gooi ik mijn oude gedachtes overboord
Ik weet weer wie ik ben en ik versnel mijn pas
Nu ben je slechts een naam, zoals het hoort.

Dit gedicht past bij het verhaal, want dit moest zijn hoe Hasse ze zich voelde nadat Jan van Schaffelaar van de kerktoren is afgesprongen.

 

Bron: http://www.quizlet.nl/poems/1314/mijn-sonnet-voor-nederlands/

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb